Oorlogsverhalen
door Andre Gorter
Onderduikers in Elen en Rhaan
Jan Hendrik Schuurs en zijn vrouw Derkje Schipper, waren boeren op een paar hectare grond, die met hun drie jonge kinderen Dina, Jennichje en Janna, in het buurtschap Elen en Rhaan (Knollenhaarweg 4), dichtbij het dorp Hellendoorn (prov. Overijssel) woonden. Om het gezinsinkomen te vergroten, was Jan Hendrik ook rietdekker.
Ook zat Jan bij de Vrijwillige Landstorm (zie foto hieronder, Jan Hendrik 3e van rechtsonder) en werd in april 1939 gemobiliseerd om bestaande verdedigingswerken te bouwen, versterken en te verdedigen. Hij zat zo´n 13 maanden (waarschijnlijk op en af) op locatie Zalk en Veecaten, bij Kampen. Uit de memoires* van de toen 86-jarige Derkje Schuurs (januari 2001) blijkt, dat Jan ook ten tijde van de inval in mei 1940 onder de wapenen was.
Nadat ze niet meer in staat bleken hun locatie te verdedigen, werd er waarschijnlijk teruggetrokken naar de Nieuwe Hollandse Waterlinie bij Utrecht. Toen op 14 mei de overgave aanstaande was, werden bij Kamerik alle wapens en munitie in de rivier gegooid en was op 15 mei capitulatie een feit. De militairen mochten huiswaarts keren, zo ook Jan Henrik Schuurs, die “gewoon” weer verder ging met boeren.
Eerste onderduiker
In de herfst van 1942 werd het paar benaderd door dominee Leendert Overduin, de verzetsman uit Enschede, om joden te verbergen die gedeporteerd zouden worden om te “werken in het Oosten”. Ze gingen akkoord, hoewel ze beseften dat dit riskant zou zijn voor hun eigen gezin.
Eerst werd de 12-jarige Emilie (Rebecca) Stofkooper (later Hijmans) uit Enschede bij de familie Schuurs gebracht. In april 1943 boden ze vervolgens ook plaats aan leden van de joodse familie de Lange, die zij al voor de oorlog kenden uit Hellendoorn.
Familie de Lange
Mozes de Lange ging op 5 maart 1908, als dertienjarige jongen “uit logeren” (in de kost) en kwam vanuit Raalte met de trein aan in Nijverdal. Een veehandelaar vroeg hem waar hij naartoe moest en bracht hem naar het adres van een paardenhandelaar in Hellendoorn. (bij Jacobs?)
De geplande week, werd de rest van zijn leven.
Hij verkocht als koopman en later marskramer van deur tot deur, waarbij hij uiteindelijk manufacturen inkocht in Almelo en Enschede en deze ging verkopen vanuit huis. In hetzelfde huis ontmoette hij later een nicht uit Deventer, met wie hij op 3 juni 1925 trouwde. Mozes en Sara de Lange woonden met hun drie kinderen aan de Dorpsstraat 75 als enige Joodse familie in Hellendoorn. Hun manufacturenzaak stond tegenover het bekende restaurant “in De Tonne”.
Samen met hun kinderen Roosje (1927), Reina en Hartog (1930), kregen zij een oproep zich te melden (voor deportatie) en waren ten einde raad.
De Schuurs gaven hen een kamer op zolder. Oudste dochter Roosje werd bij Tante Marie (tante van vader Schuurs) ondergebracht. Voor eventuele huiszoekingen werd in één van de kamers achter kasten een schuilplaats gecreëerd. Ze konden zich verder vrij in huis bewegen, maar moesten altijd binnen blijven.
Controle
Begin 1944, na een ogenschijnlijk onschuldige “controle” op het aantal toegelaten koeien op de boerderij, volgde een huiszoeking waarbij de inspecteur dacht Mozes de Lange gezien te hebben. De jonge Emilie (Milie) die met schuilnaam Marie Dekker door het leven ging, was tijdens de huiszoeking onopvallend het huis uitgelopen, maar werd onderweg tegengehouden door buren die haar vroegen wie ze was. Het verhaal dat ze een wees was die in een huis in de omgeving woonde, werd niet geloofd, maar gelukkig bleef het daarbij.
Hulp van verzet
De Schuurs verhuisden hierop (mbv het verzet) wel iedereen uit de boerderij. Via Tante Kee (Geesje Jansen), werden na twee dagen onderdak, Mozes en Saar in Hulsen ondergebracht (fam. Hennink/Hemmink?), Hartog ging naar Friesland en de beide meiden, Emilie en Reina gingen naar een onderduikadres in Almelo. Arie van Brakel (verzetsman en wachtmeester bij de Marechaussee) hield samen met kompaan Henk Lohuis (?) de wacht bij de boerderij, om voor een eventuele veilig aftocht te zorgen tijdens deze actie.
Toen de rust was teruggekeerd durfden Jan en Dirkje het toch aan om wederom (kortstondig) twee joodse meiden in huis te nemen die via Tante Kee kwamen. Van april 1944 hielden ze ook Pas van de Broek verborgen, die had geweigerd zich te melden voor dwangarbeid in Duitsland. Pieter Anton Sies “Pas” van den Broek kreeg later nog gezelschap van een joodse onderduiker Rudolph Kool/Sloot? (aka Johan Scholten).
Naar Canada
Pas van den Broek, bleef ook na de bevrijding in Hellendoorn en sprak ook goed engels. Toen Mozes bij terugkeer naar zijn woning in Hellendoorn, twee Canadezen liet inkwartieren, was Pas hier kind aan huis. In diverse gezellige onderonsjes, waar ook de Schuurs bij aanwezig waren, vertelden de Canadezen over de enorme mogelijkheden in Canada. Jan en Dirkje lieten zich overtuigen, vulden de emigratiepapieren in en op 19 juli 1949 vertrok het gezin Schuurs, inmiddels met z´n achten, rond 17:00 uur vanuit de Merwehaven van Rotterdam aan boord van de SS de Volendam naar Canada, om een nieuw leven op te bouwen.
Jan Hendrik en Dirkje waren niet alleen een bron van fysieke bescherming, maar ook een van morele steun voor allen die in hun woning onderdak vonden.
Yad Vashem
Zoveel mogelijk gaven ze iedereen onder hun hoede een gevoel van normaliteit. Op 25 januari 2004 erkende Yad Vashem, Jan Hendrik Schuurs en Dirkje Schuurs-Schipper als Rechtvaardigen onder de Volkeren en werd in Ottawa bezegeld.
Alle kinderen van Jan Hendrik en Dirkje leven nog en komen één keer per maand samen. (22-08-2025)
**
Aanleiding voor deze korte biografie:
In een gezellige setting in de Valkhof in Hellendoorn ontmoetten wij op 26 juli 2025 Walter, zijn vrouw Jennifer en dochter Cassidy, met hun plaatselijke familieleden – achternicht Annet, nicht Hennie Teeselink en de moeder van Annet, mevrouw Dinie Schuurs-Romate.
Annet Dommerholt vertelde over haar naar Canada geëmigreerde oom en tante (Jan Hendrik en Dirkje Schuurs) en haar nicht Henrietta (Hendrika), wiens zoon Walter in Hellendoorn verbleef en een donatie wilde doen aan de Stichting Dorp Hellendoorn Bevrijd.
Na een introductie van voorzitter Gerrit Mollink, gingen de verhalen van vroeger én nu over de tafel en kon onze lokale historicus Andre Gorter dingen “in de tijd” plaatsen en voorzag de aanhoorders met anekdotes en wetenswaardigheden over de Tweede Wereldoorlog.
Walter Webb overhandigde de stichting aansluitend een prachtig bedrag, met de toezegging graag contact te houden.
André Gorter heeft met behulp van zijn eigen archief, de memoires van Dirkje Schuurs-Schipper, via dochter Henrietta en het knipselboek van plaatsgenoot Frits Calkhoven (93 jr.) dit korte verhaal geschreven over de hardwerkende en gelovige familie Schuurs, die voor hun hulp aan o.a. de plaatselijke Joodse familie de Lange, de Yad Vashem onderscheiding ontving.
*) diverse namen uit de memoires zijn foutief geschreven (en door André aangepast) of soms niet te herleiden, maar dan overgenomen zoals ze stonden genoteerd, voorzien van een vraagteken.
Meer verhalen over de Tweede Wereldoorlog in de Gemeente Hellendoornnicht
Binnenkort een nieuw verhaal
waarover zal het gaan?
